
Rijn Vogelaar is al jaren een vaste gast op onze Digitale Fitheid Community Meetups. Er lopen daar sowieso best veel auteurs (dus experts) rond van belangwekkende boeken. Uit zijn research met Rita Zijlstra, een neuropsychologe, bleek al snel dat veel ellende op werkvloeren van alles te maken heeft met beeldschermen, en vooral die van de smartphone.
Hij wist ons team te overtuigen dat dit onderwerp een eigen plek zou moeten krijgen bij de vijf pijlers van Digitale Fitheid. Sinds een tijdje besteden we hier ook volop aandacht aan, zowel bij de leergangen als in onze uitingen. En met dit boek erbij hebben we natuurlijk fantastisch lesmateriaal voor onze deelnemers.
De maatschappelijke discussie rondom verstandiger omgaan met smartphones zwelt nog steeds verder aan gelukkig. Toen ik met mijn kinderen naar het jeugdjournaal keek, bleek weer eens hoe ongelooflijk complex dit vraagstuk is. Kinderen leren namelijk vooral van hun ouders en een beetje van hun leraren.
Maar die kunnen er zelf ook niet mee omgaan. We zijn gewoon niet bestand tegen apparaten, apps en algoritmes die zijn geoptimaliseerd om onze aandacht vast te houden. Ongemerkt vullen ze stukjes leegte of leegtes in ons emo-systeem in. De smartphone is een soort vodka waar ook de gezondste vitamines in zitten. De alcohol is erg giftig, terwijl je de vitamines prima kunt gebruiken.
Je moet wel heel stevig in je schoenen staan, wil je daar tegen bestand zijn. Als je de criteria van de DSM-5, het standaardwerk op het gebied van psychiatrie, erbij pakt, dan voldoet het grootste deel van Nederland aan alle kenmerken van verslaving tot ernstige verslaving. Lang werken is sowieso niet goed voor je brein overigens.
De schermtijd op mijn smartphone is flink hoog. Ik bel er vooral mee, en vang en verstuur informatie en kennis. Dat is in elk geval gezonder dan doomscrollen op insta en tiktok.
Als je in boardrooms en op HR-afdelingen zou zeggen dat een flink deel van het personeel verslaafd is aan heroïne en dat het een zorg is waar werkgevers wat aan moeten doen, dan zouden ze waarschijnlijk acuut ingrijpen. Wonderlijk genoeg gebeurt dat met smartphones niet.
En het is niet ondenkbaar dat het komt omdat de mensen die daar iets over moeten vinden, er zelf ook aan verslaafd zijn. Managers en directieleden zijn immers ook maar gewoon mensen.
We vonden het in de jaren '50 heel normaal om te roken op het werk, en niemand deed er ingewikkeld over.
Het duurde echt heel erg lang, met flink wat sabotage- en camouflageacties van de tabaksindustrie, voordat de aap uit de mouw kwam.
Ik vrees dat het nog zeker drie jaar zal duren voordat we het maatschappelijk debat hierover op een gezonde manier gevoerd hebben, met de eerste resultaten. Hopelijk lukt het eerder met boeken als deze.
Ik mocht een quote aanleveren voor het boek:
'Rita en Rijn hebben als geen ander door hoe funest de impact van het verkeerd en onachtzaam gebruik van technologie is op ons brein. Omdat we niet ontkomen aan werken met technologie is het des te belangrijker om er verstandig mee om te gaan. Dit boek biedt de beste handvatten, waarbij diep geput is uit zowel kennis van het brein als inzichten over digitale fitheid. Een must-read voor iedereen die dagelijks lang met smartphones en computers bezig is.'

Afgelopen week mocht ik in Utrecht, bij de officiële boekpresentatie, met een zaal vol HR-mensen mijn kijk op dit onderwerp en alles wat ermee te maken heeft, een half uurtje delen. Ik had een erg leuke klik met de dagvoorzitter, die ik van tevoren al een keer gesproken had.
Ik was bijzonder in mijn nopjes met de spreker die na mij kwam - Theo Compernolle. Theo is iets minder bekend dan Erik Scherder. Het is een Belg, en staat qua research en impact op gelijke hoogte. Hij is hersenwetenschapper, en zijn vakgebied is de impact van technologie op werkstress en met name je brein.
Hij kwam uitgebreid aan het woord in een van de documentaires die we maakten over kenniswerk, En ik had hem nog nooit live in actie gezien. Wat een vaardige, erudiete en bovenal grappige spreker. Heel warm aanbevolen!
Ondanks het feit dat ik mijn research bloedserieus neem, ben ik geen "echte" wetenschapper. Dus het is altijd fijn als je verhaal inhoudelijk gevalideerd kan worden door lieden die er serieus voor doorgeleerd hebben. Alles wat in mijn verhaallijn zit, van de overbelasting van onze prefrontale cortex, de hoeveelheid energie die het heen en weer schakelen kost, en de impact van afleiding bleek volgens hem meer dan juist. Goed om dat van zo'n expert bevestigd te krijgen.
Ik deed het boek inmiddels cadeau aan een aantal mensen die er vast en zeker mee aan de slag gaan in hun eigen organisaties.
Er was nog een leuke bijvangst. Op veel van dit soort events word je op de foto gezet. De fotoserie die ik dit keer kreeg, was van zo'n ongekende kwaliteit dat ik acuut de fotografe benaderde of ik ze mocht gebruiken voor een nog te lanceren website, en dat mocht 🎉.
Mocht je in jouw organisatie een zaal met mensen wakker willen schudden rondom het thema Digitaal Welzijn, bel dan vooral Rijn. Die weet dat met veel stijl en humor heel inhoudelijk over te brengen.
Wil je er acuut mee aan de slag en kan dit onderwerp echt niet langer wachten? Heb je er een paneldiscussie of een werkbijeenkomst voor, bel dan vooral Rita.
Persoonlijk vind ik dat voor digitaal welzijn er een mate van digitale fitheid nodig is. In onze Digitale Fitheid Community en met onze academie helpen we je er graag bij!