Over twee weken begint onze zoon Brent met de middelbare school. Vmbo, op een kleine school waar hij hopelijk gezien wordt en met zijn sociale slimheid nieuwe vrienden maakt. Sommige vrienden merkten op: "Mooi even landen, dan kan 'ie later alsnog doorstromen naar havo." Maar Brent zoekt niet het hoogste niveau - hij zoekt de snelste route naar wat hem past.
Want Brent leert anders dan wij. Hij verzamelt op zijn niveau enorm veel kennis - van WO2-feiten tot voetbalstatistieken die hij feilloos opdreunt. Hij is een natuurlijke gastheer die graag voor anderen zorgt en houdt van afgebakende taken waar je direct resultaat ziet. Niet achter een beeldscherm, maar met de handen uit de mouwen, in contact met anderen. Supermooi om te zien , en ik ben hartstikke trots op hoe hij zich ontwikkelt. Voor hem ligt een open zee aan mogelijkheden. Vmbo, dan MBO, misschien het leger. Helemaal prima, als het maar bij hem past.
'Maar dat begrijp jij toch niet'
Alleen krijgen jongeren zoals Brent nog steeds te maken met onderwaardering. Ruim de helft van MBO-studenten voelt zich gediscrimineerd op het werk of bij het zoeken van werk. Ze zeggen zelf: "Ik zit toch maar op het mbo." Ze voelen zich minderwaardig, omdat de maatschappij hen als 'doeners' ziet en niet als denkers, schrijft Karim Amghar in zijn boek 'Maar dat begrijp jij toch niet'.
Werkgevers vragen vaak minimaal HBO-niveau, zelfs voor een receptioniste. Er is geen grotere kloof in Nederland dan die tussen MBO en HBO/WO - ze ontmoeten elkaar nauwelijks meer. MBO-studenten krijgen minder kansen en hebben andere rechten dan studenten op hogere onderwijsniveaus. Terwijl bijna de helft van onze economie draait op praktisch geschoolde werknemers die onze infrastructuur bouwen, zorg verlenen en producten maken.
MBO - het Fundament
Daarom faciliteer ik binnenkort dialogen tussen ondernemers en onderwijsmensen met 'MBO - het Fundament': een speciaal Topaasia-deck met 52 kaarten verdeeld over vier thema's. Van MBO-beeldvorming tot leren & ontwikkelen, van stage & overgang tot regionale toekomst. Perfect voor het doorbreken van vooroordelen en het samen bouwen aan perspectief voor praktijktalent.
Want elke ondernemer die klaagt over personeelstekort zou eens moeten praten met MBO-onderwijsmensen over hoe ze beter kunnen aansluiten. En elke docent die zijn studenten ziet worstelen met onderwaardering zou moeten horen hoe bedrijven hun talenten wél zien. Deze dialogen starten in Twente, maar verdienen navolging overal. Want elk kind - ook Brent - verdient een samenleving die zijn talenten erkent en koestert.