Misschien weet je het nog van jezelf, of heb je kinderen op de basisschool. Automatiseren: een belangrijk begrip in het onderwijs. Bijvoorbeeld bij het leren van de tafels. Zo ook voor Brent, die nu in groep acht zit en zo nu en dan nog steeds op zijn vingers de tafels moet narekenen. Behalve...
Wandelen en wiskunde: een gouden combinatie
Af en toe gaat Brent met mij mee wandelen. Tegen de verveling vraagt hij me dan een quiz te doen, liefst met voetbalvragen. Sinds deze zomer vraagt hij echter om voetbalsommen. "Als er 18 ploegen spelen in de Eredivisie: hoeveel wedstrijden speel je dan als je zowel thuis als uit speelt? En hoeveel punten haal je maximaal?" Of: "Als je van het ene naar het andere strafschopgebied moet rennen, hoeveel meter is dat dan?" Sommen met spelers erin doen het ook goed: "Als Michel Vlap in 75% van de wedstrijden speelt en in de helft daarvan een assist geeft, hoeveel assists heeft hij dan aan het eind van het seizoen?"
Terwijl Brent denkt lopen we. En razendsnel dreunt 'ie dan het antwoord op, vaak zonder op zijn vingers te tellen. Puur omdat het onderwerp hem boeit. En: omdat we in beweging zijn. Hij hoeft niet te blijven zitten, staat niet geparkeerd. Hij beweegt, en zet daarmee ook zijn brein in beweging.
Als getallen betekenis krijgen
Het is fascinerend om te zien hoe natuurlijk leren kan gaan als je aansluit bij iemands interessewereld. Waar Brent bij reguliere rekensommen nog weleens vastloopt, vliegen de getallen hem nu om de oren - simpelweg omdat ze betekenis hebben gekregen in zijn voetbalwereld.
Ik besloot uit te proberen hoe ver ik kon gaan. Dus legde ik Brent uit wat priemgetallen zijn: cijfers die alleen door zichzelf of door 1 deelbaar zijn. Ik vroeg hem daarna om te noemen welke cijfers onder de 20 allemaal een priemgetal zijn. De 2 en de 3 had hij snel te pakken, en de 5 volgde snel daarop. Bij 6 haperde hij even, maar daarna ging het rap: 7, 11, 13, 17, 19. En o ja, 23 en 29 wist 'ie ook te benoemen. En toen waren we thuis.
Het kwartje valt
Ik opende de deur en Brent stapte naar binnen. "Mam, mam, weet je wat de priemgetallen onder de 20 zijn? 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17 en 19." Hij dreunde het zo op. En noemde daarna ook nog even welke spelers van FC Twente met die rugnummers spelen.
Dit moment bevestigde voor mij weer eens hoe krachtig persoonlijke context is bij het leren. Waar priemgetallen voor veel kinderen een abstract begrip blijven, werden ze voor Brent plotseling relevant door de koppeling met zijn voetbalhelden. En het wandelen? Dat zorgde ervoor dat zijn lichaam én geest in beweging kwamen - een combinatie die de hersenen optimaal activeert voor het opnemen van nieuwe informatie.
De kracht van persoonlijke betekenis
Het mooie is: dit principe werkt voor iedereen, op elke leeftijd. Zelf ontdekte ik dat toen ik jaren geleden bij de Do Lectures in Wales was. Daar hoorde ik Harry Baker zijn gedicht '59' voordragen: 'a love poem for lonely prime numbers'. Sindsdien zijn 59 en 61 voor mij niet zomaar getallen - ze zijn verbonden met de emotie van dat moment, met de poëzie die deze priemgetallen plotseling leven inblies. Net zoals Brent's priemgetallen nu onlosmakelijk verbonden zijn met spelers van FC Twente. Hier zie je Harry Baker's voordracht, een prachtig voorbeeld van hoe zelfs de meest abstracte wiskunde tot leven kan komen: