
Afgelopen week kreeg ik nog een (voor mij) waardevol inzicht. Over iets dat me al jaren dwarszit. Over de complexe, dunne scheidslijn tussen vertellen en opscheppen. En over hoe ik mezelf daarmee regelmatig in de weg zit. Iets dat ik herken bij mijn jongste – je eigen kinderen zijn een fantastische spiegel.
Zolang ik me kan herinneren, vinden sommige mensen mij een opschepper, een pocher. Dat is niet heel handig. Als je in Nederland woont, waar je niet geacht wordt boven het maaiveld uit te steken. En al helemaal niet in de dorpse omgeving waarin ik opgroeide. Als je dat bij tijd en wijle naar je hoofd geslingerd krijgt, doet dat iets met je. De meeste mensen zullen het niet in je gezicht zeggen overigens, maar dat is misschien nog wel vervelender dan iets waar je daadwerkelijk iets aan hebt.
Nu kan ik dat allemaal prima hanteren en relativeren. Wat je zegt, ben je zelf, en wie met zijn wijsvinger naar een ander wijst, wijst met drie vingers naar zichzelf. Veel meningen van mensen over mij zijn spiegels van hun eigen worstelingen. Ondanks mijn gevoeligheid heb ik door de jaren heen een dikke huid ontwikkeld. En met al dat pionierswerk en zoeken op ongebaande paden kun je haast niet anders.
Nu kan ik dat allemaal prima hanteren en relativeren. Wat je zegt, ben je zelf, en wie met zijn wijsvinger naar een ander wijst, wijst met drie vingers naar zichzelf. Veel meningen van mensen over mij zijn spiegels van hun eigen worstelingen. Ondanks mijn gevoeligheid heb ik door de jaren heen een dikke huid ontwikkeld. En met al dat pionierswerk en zoeken op ongebaande paden kun je haast niet anders.
Maar waar komt dan toch die behoefte vandaan om steeds overal verhalen te vertellen? Zou er nog meer aan de hand kunnen zijn? Ik dook nog wat dieper in mezelf en kwam de volgende zaken tegen:
Als autodidactische generalist zonder opleiding heb je doorgaans het nadeel van de twijfel. Dus moet je strategieën verzinnen om ervoor te zorgen dat mensen naar je willen luisteren én ook nog iets doen met wat je te melden hebt. De enige manier die ik heb gevonden, is domweg heel veel oefenen. Het omzetten van de contouren van een idee in je hoofd naar bruikbare, logische, lopende en prikkelende zinnen. En in mijn ervaring vergt het nogal wat iteraties om tot de juiste ‘toverspreuken’ te komen die de kern goed raken én de toehoorder. Blijkbaar heb ik er de gewoonte van gemaakt om dat te oefenen in elke denkbare situatie (waarvoor excuus). Gelukkig ben ik er met het verstrijken van de jaren bedrevener in geworden, waardoor het nu veel sneller gaat. En kan ik op veel meer plekken oefenen dan voorheen.
Als je niet op tv komt (ik heb de pest aan dat medium), directeur of wetenschapper bent, dan is de kans dat mensen je serieus nemen fors kleiner. Ook het schrijven van een boek lost dat niet zomaar op. Om dat te compenseren heb ik mezelf aangeleerd namen en rugnummers te noemen. En alles voor de toehoorder verifieerbaar te maken. En omdat ik fors veel onwaarschijnlijke dingen doe en heb meegemaakt, was die noodzaak bij mij groter dan bij velen. Evenals de noodzaak om die verhalen compact te kunnen delen.
Nóg een goede reden om shownotes serieus te nemen en om zoveel brokjes informatie te vangen en te ontsluiten. Jij bij de Politie? Yeah right.. Bij de Paus? Echt niet. Hunebed gebouwd? Sure. Aanwezig bij de lancering van de iPhone in SF? In Wired gestaan met een blokje hout? Het Natuurtransferium bedacht? Een community in Teheran gebouwd? JSF-piloten getraind?
Ik tel momenteel honderden van dergelijke verifieerbare verhalen. En het einde is nog niet in zicht. Ik gebruik ze bij mijn optredens om de lessen en inzichten die erin schuilen te delen. Uiteindelijk gaan ze allemaal over houding en gedrag. Over nieuwsgierigheid die het doorgaans wint van de angst. En over loslaten en overgave. En er te allen tijde het beste van maken. En over liefde, verwondering en blijmoedigheid. Allemaal mooi voor in het boek.
Als je niet op tv komt (ik heb de pest aan dat medium), directeur of wetenschapper bent, dan is de kans dat mensen je serieus nemen fors kleiner. Ook het schrijven van een boek lost dat niet zomaar op. Om dat te compenseren heb ik mezelf aangeleerd namen en rugnummers te noemen. En alles voor de toehoorder verifieerbaar te maken. En omdat ik fors veel onwaarschijnlijke dingen doe en heb meegemaakt, was die noodzaak bij mij groter dan bij velen. Evenals de noodzaak om die verhalen compact te kunnen delen.
Nóg een goede reden om shownotes serieus te nemen en om zoveel brokjes informatie te vangen en te ontsluiten. Jij bij de Politie? Yeah right.. Bij de Paus? Echt niet. Hunebed gebouwd? Sure. Aanwezig bij de lancering van de iPhone in SF? In Wired gestaan met een blokje hout? Het Natuurtransferium bedacht? Een community in Teheran gebouwd? JSF-piloten getraind?
Ik tel momenteel honderden van dergelijke verifieerbare verhalen. En het einde is nog niet in zicht. Ik gebruik ze bij mijn optredens om de lessen en inzichten die erin schuilen te delen. Uiteindelijk gaan ze allemaal over houding en gedrag. Over nieuwsgierigheid die het doorgaans wint van de angst. En over loslaten en overgave. En er te allen tijde het beste van maken. En over liefde, verwondering en blijmoedigheid. Allemaal mooi voor in het boek.
Dit alles heeft niks te maken met opscheppen of pochen, al heb ik de schijn tegen. Het is voor mensen zoals ik bittere noodzaak om zaken gedaan te krijgen. Als je, zoals ik, bij voorkeur met sociaal en informatiekapitaal werkt in plaats van met geld, dan moet je het hebben van je netwerk en vertrouwen. En daarvoor zijn die verhalen en avonturen cruciaal. En veel te leuk 🤣
Dit artikel is onderdeel van de research voor mijn in 2026 te verschijnen boek ❤️ Managen met Liefde. Ik zoek nog naar een rake ondertitel. Na dit stuk zou dat zomaar kunnen zijn: Over de enorme kracht van informatie- en sociaal kapitaal. Of niet. Ik weet niet wat ik nog meer ga schrijven.