Martijn Aslander

December 21, 2025

ThetaOS in een historisch perspectief: 250 jaar zoeken naar verbindingen tussen informatie


ThetaOS in een historisch perspectief: 250 jaar zoeken naar verbindingen tussen informatie

Is een LLS (een Life Lens System) een volgende evolutionaire stap?

In mijn vorige blog muntte ik de term LLS, een Life Lens System. Een manier om vanuit vele perspectieven naar je eigen leven te kijken, gebruikmakend van de informatie waarover je al beschikt. Ik legde uit waarom ik voor de lens-metafoor koos voor ThetaOS en die tool zie als een bank voor informatiekapitaal.

Dit idee komt niet uit de lucht vallen en ontstond niet toevallig. Ik ben zeker niet de eerste die over dit soort zaken nadacht. Door mijn werk als founder van de PKM Summit, en door de projecten en communities over informatie waaraan ik mocht bijdragen, heb ik veel te maken met de geschiedenis van het fenomeen informatie. In alles wat ik las ontdekte ik dat anderen al eeuwen zoeken naar manieren om verbindingen tussen informatie zichtbaar en bruikbaar te maken. En dat veel elementen beschreven waren maar dat er nog iets miste. Ik denk dat ik een volgend puzzelstukje vond. Een volgende stap in een lange traditie.

1749: Buffon versus Linnaeus

219160C9-CA54-4AFB-8FE0-F91FA8CEAE72.png

Uiteraard wordt er al duizenden jaren nagedacht over informatie, maar voor mij begint het wezenlijke debat rond 1749. Ik las erover in een dubbelbiografie van Carl Linnaeus en Georges-Louis Leclerc: "Al wat leeft" van Jason Roberts, bekroond met een Pulitzer Prize.

Het begint met een debat tussen twee geleerden over hoe we de natuur moeten ordenen.

Aan de ene kant staat Linnaeus. Hij bouwt een classificatiesysteem voor de natuur. Elke plant, elk dier krijgt een plaats in een hiërarchie. Rijk, stam, klasse, orde, familie, geslacht, soort. Alles past in een hokje. Linnaeus schrijft: "Objecten worden onderscheiden en gekend door ze methodisch te classificeren en ze passende namen te geven. Daarom zullen classificatie en naamgeving de grondslag van onze wetenschap zijn."

Aan de andere kant staat Georges-Louis Leclerc, Comte de Buffon. Hij kijkt naar dezelfde natuur en ziet iets anders. Buffon schrijft: "De ware en enige wetenschap is de kennis van feiten." Hij gelooft niet in de strakke hokjes van Linnaeus. De natuur, zegt Buffon, is continu. Soorten vloeien in elkaar over. Wat telt zijn niet de categorieën, maar de relaties.

Buffon gaat verder. Hij stelt dat alle classificatie kunstmatig is. "De natuur kent slechts individuen en kan niet in logische categorieën worden geplaatst." Hij pleit voor een netwerk van relaties in plaats van strakke hokjes. De natuur is voor Buffon een werkwoord, geen zelfstandig naamwoord.

Linnaeus won de geschiedenisboeken. Zijn systeem werd de standaard. Ik leerde dat al op school bij biologie.

Maar Buffon had gelijk over iets fundamenteels: de werkelijkheid past niet in hokjes. Betekenis ontstaat uit verbindingen, niet uit categorieën. Hij had alleen niet de technologie om het waar te maken.


1945: Vannevar Bush droomt van Memex

2B47D579-E6D7-45A7-9B59-A9C56AB74AB8.png

Bijna tweehonderd jaar later, net na de Tweede Wereldoorlog, schrijft Vannevar Bush een essay dat de wereld zal veranderen: "As We May Think." Het is het artikel dat de hyperlink die we dagelijks gebruiken inspireerde.

Het OSRD was de organisatie die Roosevelt oprichtte in 1941 om alle wetenschappelijke onderzoek voor de oorlog te coördineren. Als directeur van het bureau moest Bush duizenden projecten overzien, waaronder het Manhattan-project dat de atoombom ontwikkelde. Hij dacht na over hoe je in godsnaam al die informatie kon overzien en verbinden.

Hij beschreef een fictief apparaat: de Memex. Een bureau met ingebouwde schermen en een archief op microfilm. Het idee: al je boeken, notities, correspondentie op één plek. En niet zomaar opgeslagen, maar verbonden. Je kon "associatieve paden" aanleggen van de ene naar de andere informatie.

Bush schrijft: "The human mind operates by association. With one item in its grasp, it snaps instantly to the next that is suggested by the association of thoughts."

Bush begreep wat Buffon begreep: informatie op zichzelf is nutteloos. De waarde zit in de verbindingen. Niet de hiërarchie van Linnaeus, maar het netwerk van Buffon.

Maar de Memex bleef een droom. De technologie bestond niet. Al leidde het wel tot een belangrijk element van het web: de hyperlink.


1951: Suzanne Briet en de antilope

Zes jaar na Bush publiceert Suzanne Briet, bijgenaamd "Madame Documentation", haar manifest "Qu'est-ce que la documentation?" Ze stelt een vraag die niemand eerder zo scherp had gesteld: wat is eigenlijk een document?

Haar antwoord is verrassend. Een antilope die over de savanne rent is geen document. Maar dezelfde antilope, gevangen en geplaatst in een dierentuin, wordt een document. Waarom? Omdat het nu bewijs is. Object van studie. Informatie.

Briet zag wat Buffon tweehonderd jaar eerder ook zag: het gaat niet om het object zelf, maar om de relatie. Een ding wordt informatie door context, door hoe het zich verhoudt tot andere dingen. Zonder die organisatie in een betekenisvol verband is er geen kennis, alleen spullen.

"Bibliografie gaat niet langer over boeken," schreef ze, "maar over toegang tot bewijs."

Maar Briet werkte institutioneel. Haar vraag was hoe bibliotheken en documentatiecentra toegang tot bewijs moesten organiseren. Niet hoe een individu zijn eigen leven en kennis kon ordenen.


Jaren vijftig tot 1998: Niklas Luhmann bouwt zijn Zettelkasten

In Duitsland werkt socioloog Niklas Luhmann aan iets concreets. Geen apparaat, maar een systeem van papieren kaartjes: de Zettelkasten, letterlijk "kaartenbak."

In veertig jaar verzamelt hij negentigduizend handgeschreven notities. Elk kaartje bevat één idee. Elk kaartje is verbonden met andere kaartjes via een ingenieus nummeringssysteem.

Luhmann publiceert meer dan zeventig boeken en vierhonderd artikelen. Als mensen vragen hoe hij zo productief kan zijn, wijst hij naar zijn kaartenbak: "Ik denk niet alleen. Ik denk samen met mijn Zettelkasten." Hij noemt het systeem zijn "communicatiepartner" die hem verrast met onverwachte verbindingen.

Luhmann bewijst wat Bush alleen kon dromen: verbindingen genereren emergentie. Het geheel wordt meer dan de som der delen. Het systeem wordt slimmer naarmate het groeit.

Maar Luhmann werkt met papier. Handmatig. Alleen met ideeën. Geen locaties, geen mensen, geen gebeurtenissen. Puur tekstueel, puur intellectueel. En het verbinden zelf is het denkwerk: je moet actief kaartjes aan elkaar koppelen.


1998 tot 2007: Gordon Bell probeert alles vast te leggen

Bij Microsoft Research begint Gordon Bell aan zijn meest ambitieuze experiment ooit: MyLifeBits. Gordon Bell was de ontwerper van de eerste minicomputers. Zonder zijn noeste arbeid hadden we geen pc's, geen laptops en geen smartphones gehad. Een cruciale persoon in de geschiedenis van computers.

Bell draagt een camera om zijn nek die automatisch foto's maakt. Hij scant al zijn documenten, brieven, boeken. Hij neemt telefoongesprekken op. Elke website die hij bezoekt wordt opgeslagen. Elke email, elke chat.

Het doel: een complete digitale kopie van een mensenleven.

In 2009 publiceert hij het boek "Total Recall" met de belofte van een nieuw paradigma. Je zou nooit meer iets vergeten. Je hele leven, doorzoekbaar.

Ik ontmoette Gordon Bell in 2011 op de eerste Quantified Self Summit, in het Computer History Museum in Mountain View waar hij medeoprichter van was. Hij liep nog steeds rond met een camera om zijn nek. We spraken over zijn experiment, over de belofte van totale herinnering.

Maar Bell stopte in 2007 toen de iPhone kwam. Er was meer data dan ooit, en nog steeds geen manier om er betekenis aan te geven. In zijn eigen woorden: er was geen software die het kon verwerken tot een samenhangend en bruikbaar systeem.

Gordon Bell overleed in mei 2024. Drie dagen later kondigde Microsoft "Recall" aan, een poging om zijn droom alsnog waar te maken. Het bewees vooral dat we nog steeds niet veel verder zijn.

Nu, veertien jaar na onze ontmoeting, denk ik dat ik iets heb gevonden wat hij miste. Vastleggen is niet hetzelfde als begrijpen. Meer data betekent niet meer inzicht. Bell had Buffons netwerk nodig, niet Linnaeus' archief.

Zou AI die verbanden nu kunnen leggen? Ongetwijfeld. Maar zonder een persoonlijke ontologie ben je overgeleverd aan de techreuzen. Je hebt geen controle meer over je eigen data. En je geeft informatie in handen van partijen waarvan je mag afvragen of dat wenselijk is.


2001 tot 2015: David Allen en de GTD-methode

Terwijl Bell alles vastlegt, publiceert David Allen "Getting Things Done." Zijn systeem voor persoonlijke productiviteit wordt een wereldwijd fenomeen.

Ik ken dit verhaal van dichtbij. In 2007 was ik verantwoordelijk voor de hervertaling van Davids boek in Nederland. De eerste vertaling was geflopt (de titel was "Doe het nu" terwijl het boek eigenlijk over slim uitstellen gaat). Ik reanimeerde het, en daarna werd GTD alsnog een fenomeen in Nederland. Ik heb David meerdere malen ontmoet, zijn methode van binnenuit leren kennen.

David identificeert iets cruciaal: je referentiesysteem is de grootste bottleneck. Hij noemt het "one of the biggest bottlenecks I see with executives" en tegelijk "the biggest opportunity for improvement."

Een goed systeem moet "fast, functional, and fun" zijn, schrijft David, anders ga je het vermijden. Hij beschrijft zelfs een ideaal: "bestanden op nummer met een gecomputeriseerde kruisverwijzingendatabase die onderwerpen tagt."

Dat klinkt opvallend veel op wat Luhmann al decennia eerder met papieren kaartjes had gebouwd: genummerde eenheden met kruisverwijzingen. Beiden zagen hetzelfde: je hebt unieke eenheden nodig die via kruisverwijzingen met elkaar verbonden zijn. Maar waar Luhmann snel bij ideeën en kennis wilde om te kunnen denken en schrijven, wilde David snel bij informatie om te kunnen handelen.

En dan voegt David toe: "If you're not there yet (who is?)"

Daar zit de kern. David zag de bottleneck. Hij beschreef het ideaal. Maar hij bouwde het niet. GTD is een methode, geen systeem. De methode zegt wat je moet doen, niet hoe je het technisch oplost. En een methode is voor iedereen net wat anders.

Bovendien gaat Davids "fast, functional, fun" over opslaan en terugvinden. Waar heb ik dat document gelaten? Hoe vind ik die notitie terug? Hij schreef niets over hoe je bliksemsel een mix van informatie kunt samenstellen. Niets over hoe informatie zich verhoudt tot kennis. Niets over verbindingen die betekenis genereren.

Luhmann bouwde een systeem dat verbindingen genereert. David beschreef een systeem dat informatie opslaat en terugvindt. Beiden essentieel, maar puzzelstukken, niet de oplossing waar ik naar zocht.


2017 tot heden: PKM wordt mainstream

Sönke Ahrens publiceert "How to Take Smart Notes" en maakt Luhmanns Zettelkasten toegankelijk voor een nieuwe generatie.

Apps als Obsidian, Roam Research en Notion exploderen in populariteit. Wereldwijd zijn er vele miljoenen gebruikers. We kunnen niet langer spreken van een niche. Ik richtte met Lykle de Vries de PKM Summit op, een jaarlijks evenement waar mensen uit de hele wereld bijeen komen om twee dagen gedachten, kennis en ideeën uit te wisselen over hoe om te gaan met persoonlijke kennis en informatie. De community rondom PKM is een van de warmste en boeiendste die ik ooit opzette.

Maar gaandeweg begon ik iets te zien. PKM focust op ideeën, niet op leven. Op gedachten, niet op gebeurtenissen. Je moet actief werken: fleeting notes verwerken tot permanent notes, verbindingen handmatig leggen, dagelijks je systeem onderhouden.

En het bleef gericht op ideeën. Luhmann met moderne tools in plaats van papier, maar nog steeds Luhmann. Ideeën die met ideeën verbinden. Niet mensen die met locaties verbinden die met transacties verbinden die met projecten verbinden.


Zeven blinde mensen en een olifant

Er is een oude Indiase parabel over blinde mensen die elk een ander deel van een olifant betasten. De een voelt de slurf en denkt aan een slang, de ander voelt een poot en denkt aan een boom. Niemand ziet het hele dier.

Zo ging het ook hier. Elke voorganger voelde een ander deel van hetzelfde dier. Maar ze leefden in verschillende eeuwen en bouwden zelden voort op elkaars werk.

Buffon voelde de structuur. Hij zag dat relaties belangrijker zijn dan categorieën. Maar hij had alleen pen en papier.

Bush voelde de verbindingen. Hij zag dat associatieve paden de sleutel zijn. Maar de technologie bestond niet.

Briet voelde de definitie. Ze zag dat alles informatie kan zijn, mits in relatie en context. Maar ze werkte institutioneel, niet persoonlijk.

Luhmann voelde de emergentie. Hij bewees dat verbindingen nieuwe ideeën genereren. Maar hij werkte handmatig en alleen met ideeën.

Bell voelde de omvang. Hij zag dat technologie volledige capture mogelijk maakt. Maar vastleggen bleek niet hetzelfde als begrijpen.

Allen voelde de bottleneck. Hij zag dat het referentiesysteem de zwakste schakel is. Maar hij beschreef opslaan en terugvinden, niet het samenvoegen van informatie tot bruikbare kennis.

De PKM-beweging voelde het weefsel. Ze populariseerden het verbinden van notities. Maar het vereist handmatig linken en actief onderhoud.

Zeven mensen die een stuk van de olifant voelden. Maar niemand vroeg de anderen wat zij voelden.


Een LLS als ThetaOS is een amalgaam

BA31995B-8934-47FC-B3F9-3D9CD26FBF87.png

Je zou kunnen zeggen: dit klinkt als een combinatie van Zettelkasten, CRM en Quantified Self. Dat zou een misverstand zijn.

Een combinatie is koper en tin naast elkaar. Een amalgaam is brons: een nieuw materiaal met eigen eigenschappen.

Zettelkasten verbindt ideeën, maar alleen ideeën, en alleen handmatig. Quantified Self legt automatisch vast, maar zonder betekenis. CRM beheert relaties met mensen, maar alleen functioneel, gericht op sales of service. Elk systeem doet één ding goed.

Een LLS doet iets anders. Een Foursquare check-in die op zichzelf nutteloos is, wordt betekenisvol naast een transactie, een persoon, een datum. Een banktransactie die saaie boekhouding lijkt, wordt bewijs dat je ergens was, iets deed, met iemand. De data verrijkt elkaar.

Het verschil zit in de ontologie. In een Zettelkasten is het handmatig verbinden zelf het denkwerk. In ThetaOS zit het denkwerk in de ontologie: jaren nadenken over hoe je entiteiten beschrijft. Nu hoef ik alleen dingen te benoemen en de verbindingen ontstaan vanzelf, omdat het systeem weet wat een persoon is, wat een locatie is, hoe ze zich tot elkaar verhouden.

Buffon zou zeggen dat relaties betekenis definiëren. Briet zou daaraan toevoegen dat zonder context geen bewijs bestaat. Een LLS maakt beide inzichten mogelijk dankzij technologie.


Een LLS is de sleutel tot informatieliquiditeit

Hier kom ik bij iets nieuws. Iets wat ik nergens terugvond in 250 jaar nadenken over informatie. En ook niet in de PKM-beweging. Ik denk dat het komt omdat de technologie er nog niet aan toe was.

Allen schrijft over "fast, functional, fun" en bedoelt: snel kunnen vinden wat je hebt opgeslagen. Dat is noodzakelijk maar niet voldoende.

Wat ik bouw gaat over de hele keten: bevragen, structureren, delen. Niet alleen weten waar het staat, maar de juiste informatiemix kunnen samenstellen en via elk kanaal kunnen delen. In twee seconden van vraag naar gestructureerd antwoord op mijn klembord, klaar om te plakken in WhatsApp, mail, Teams, waar dan ook.

Ik noem dit informatieliquiditeit. Het verschil tussen een kluis en contactloos betalen.

In een kluis ligt je geld veilig en je kunt erbij als je wilt, maar het kost moeite. Je moet de sleutel zoeken, naar de kluis lopen, openmaken, het juiste bedrag pakken en weer afsluiten.

Contactloos betalen is anders. Je houdt je telefoon tegen een betaalterminal en het juiste bedrag stroomt naar de juiste plek, zonder frictie en zonder vertraging. Het is even veilig als de kluis, maar dan wél direct beschikbaar.

Allens "fast, functional, fun" is de kluis: snel genoeg, functioneel genoeg om te gebruiken. Informatieliquiditeit is contactloos betalen. De vraag is niet of je erbij kunt, maar hoe snel je de juiste mix kunt samenstellen en kunt delen met anderen.


Waarom hamer ik zo op informatie in een paar seconden vinden?

Professor Erik Altmann van Michigan State University toonde aan dat twee seconden lang genoeg is om mensen de draad te laten verliezen. In een gesprek, in een vergadering, in een gedachtestroom: als je langer nodig hebt om iets op te zoeken, is het momentum weg. Niet alleen jouw gedachten kunnen alle kanten opschieten, maar die van je gesprekspartner ook.

Het verschil tussen informatie die je in een paar seconden kunt oproepen en informatie die een minuut kost, is niet een verschil in gemak. Het is het verschil tussen informatie die je kunt gebruiken en informatie die je hebt.

De technologie om dingen in een paar seconden te vinden was lang niet beschikbaar. Ik denk dat ik die nu gevonden heb.


Informatie als kapitaal - de munteenheid van de informatiesamenleving

Het boek Love is the Killer App van Tim Sanders bracht me het inzicht dat informatie eigenlijk een vorm van kapitaal is. Maar de dynamiek ervan is heel anders dan die van geld.

Geld kun je maar één keer uitgeven. Als ik jou honderd euro geef, heb ik honderd euro minder. Economen noemen dat zero-sum: wat de een wint, verliest de ander. Eeuwenlang dachten we dat de hele economie zo werkte. Dat denkbeeld dreef kolonialisme en oorlog: neem van anderen voordat zij van jou nemen.

Pas in de negentiende eeuw begon dat te kantelen. Adam Smith en David Ricardo lieten zien dat handel beide partijen rijker kan maken. Dat is positive-sum: de taart groeit, iedereen kan een groter stuk krijgen.

Maar niet alles is positive-sum. Tijd is schaars en wat ik aan het ene besteed, kan ik niet aan het andere besteden. Aandacht werkt hetzelfde. Grond ook. Sommige dingen blijven zero-sum, en dat erkennen voorkomt naïviteit.

Informatie is de grote uitzondering. Als ik jou informatie geef, heb ik niet minder. Vaak krijg ik betere informatie terug, omdat jij aanvult, corrigeert of bevestigt. Informatie groeit door te delen. Dat is niet zomaar positive-sum, het is exponentieel: hoe meer je deelt, hoe meer je terugkrijgt.

Dat maakt informatie de munteenheid van de netwerksamenleving. En het verandert de spelregels. Wie informatie oppot zoals geld, verliest. Wie informatie laat stromen, wint.

Informatiekapitaal vormt bovendien een dubbele helix met sociaal kapitaal. Door informatie te delen help je iemand, waardoor vertrouwen groeit. Door vertrouwen krijg je toegang tot betere informatie. Die kun je weer delen, waardoor je meer mensen helpt, je netwerk groeit, je meer informatie krijgt. Een opwaartse spiraal.

Ik zie het dagelijks. Ik deel een inzicht in mijn weekbericht en iemand reageert met een aanvulling die ik niet kende, een ander corrigeert een fout, een derde bevestigt dat ik op de goede weg zit. Door te delen ontdek ik de waarde van wat ik weet. De markt valideert. Informatie wordt beter door circulatie, fundamenteel anders dan geld. Geld wordt niet beter door het uit te geven, maar informatie leeft als het stroomt.

Daarom denk ik over ThetaOS als een bank voor informatiekapitaal. Ik wil de hoogste rente: informatie die groeit door verbindingen en meer waard wordt naarmate er meer bijkomt. Ik wil de beste service: een systeem dat prettig werkt en waar ik graag mee omga. Ik wil de hoogste veiligheid: lokaal opgeslagen, niet afhankelijk van een leverancier die morgen kan verdwijnen of zijn voorwaarden kan wijzigen. En ik wil de hoogste liquiditeit: razendsnel kunnen opnemen en delen, in precies de vorm die ik op dat moment nodig heb.


Van Lego en informatie kun je alles maken - mits je het opbouwt met blokjes

Na een tijdje bouwen begon ik patronen te zien. Ik had niet alleen losse notities. Ik had heel veel herbruikbare entiteiten: mensen, organisaties, locaties, boeken, films, podcasts, concepten. En ik had gebeurtenissen: optredens, etentjes, concerten, reizen, vergaderingen.

Het verschil met PKM? Veel PKM-gebruikers werken ook met entiteiten en templates. Maar elk systeem is anders ingericht, en naarmate het groeit ontstaan inconsistenties. Mijn ontologie is gaandeweg ontstaan: spelenderwijs, vooral het afgelopen jaar. Maar omdat ik al twintig jaar nadacht over hoe ik informatie wil structureren, vielen de stukjes op hun plek. Ik vogelde uit hoe ik alle legoblokjes in de juiste vorm kon gieten zodat alles goed paste en ik er robuuste dingen mee kon maken.

Een persoon verandert niet, een locatie verandert niet, een boek verandert niet. Maar je kunt ze combineren tot gebeurtenissen. Een etentje is datum plus restaurant plus drie personen. Een concert is datum plus venue plus artiest plus vrienden. Een optreden is datum plus locatie plus organisatie plus publiek. De entiteiten zijn de blokjes, de gebeurtenissen zijn de bouwsels.

Voor mensen die hier niet mee bezig zijn lijkt 149 tabellen misschien heel veel. Maar in de praktijk hebben de meeste mensen veel meer informatie en data dan ik. Alleen staat het honderd keer dubbel op heel veel plekken waar je er niet bij kunt. In afgesloten silo's, vaak in handen van partijen die er graag van profiteren maar je er weinig voor teruggeven.

De meeste mensen hebben dezelfde persoon gedupliceerd in hun bankapp als transactienaam, in email verspreid over threads, in hun agenda als deelnemer, in notities genoemd in notulen, in contacten met telefoonnummer, in WhatsApp als chatgeschiedenis, op LinkedIn als connectie, in Word-documenten genoemd in tekst. Acht kopieën van Jan Jansen die niet met elkaar praten. Je kunt niet in twee seconden zien: alles waarin je met Jan Jansen te maken had en in welke context.

Wat ik deed: Jan Jansen terugbrengen tot één unieke entiteit. Die ene entiteit verbindt automatisch met alle transacties, emails, vergaderingen, notities, projecten en verjaardagen waar hij in voorkomt. De tabellen zijn geen complexiteit maar atomaire bouwblokjes, LEGO-blokjes die je kunt combineren tot moleculen van betekenis.


Ruimte voor de Theta-golven in je hoofd

Een goed LLS doet nog iets, iets dat ik pas net doorheb.

David Allen schrijft dat je brein bedoeld is om ideeën te hebben, niet om ze vast te houden. Alles wat je probeert te onthouden kost cognitieve ruimte, zelfs als je er niet bewust aan denkt. Het zoemt op de achtergrond. En dat gaat verder dan taken: het geldt voor alle informatie.

Als je niet weet of je iets kunt terugvinden, dan blijft het gegeven rondspoken in je hoofd en zorgt het voor onrust en minder focus. Alsof je brein een vinger houdt bij de pagina, voor het geval dat. Dat kost mentale ruimte en energie.

Maar als je weet, echt weet, dat je elke informatiemix in twee seconden kunt oproepen, laat je brein los. De ruis verdwijnt. De vrijgekomen ruimte kun je gebruiken voor waar je brein goed in is: verbinden, creëren, zien wat er niet is, kansen herkennen.

Daarom heb ik mijn LLS dus ThetaOS genoemd. Het maakt ruimte voor theta, de hersengolf van vrije associatie. De sluimerende staat waarin je brein vrij associeert tot iets je aandacht grijpt en je in hyperfocus belandt, die staat heeft ruimte nodig. Ruimte die je niet hebt als je probeert dingen te onthouden.


De kracht van ontsloten kennis buiten kantoorgebouwen en bureaus

Luhmann bewoog ideeën. Zeventig boeken, bijna vierhonderd artikelen. Verticale diepte, academisch, theoretisch. Zijn systeem was gebouwd voor een denker die zijn leven wijdde aan het begrijpen van de samenleving vanuit één samenhangende theorie.

Ik beweeg ook ideeën, maar ik leef ze ook. Ik schreef boeken, maar bouwde ook communities waar duizenden mensen kennis, inzichten en ervaringen deelden. Ik organiseer evenementen, doe pilots bij organisaties, spreek op podia, onderhoud honderden relaties. Dat is geen academische exercitie, dat is het dagelijks leven van iedereen die met informatie werkt.

En dat zijn steeds meer mensen. Vrijwel iedereen werkt tegenwoordig met informatie: zelfstandigen, adviseurs, managers, creatieven, ondernemers. We hebben geen kaartenbak met ideeën nodig, maar een systeem dat onze hele werkelijkheid verbindt: mensen, organisaties, locaties, gebeurtenissen, kansen.

Dat past bij deze tijd: de netwerk- en informatiesamenleving waarin ideeën pas tellen als ze bewegen.


De 250-jarige historische lijn in de zoektocht naar het ontsluiten van je eigen kennis

In 1749 ziet Buffon dat relaties belangrijker zijn dan categorieën. Hij heeft alleen pen en papier.

In 1945 droomt Bush van associatieve paden. De technologie bestaat niet.

In 1951 stelt Briet dat alles een document kan zijn, mits in relatie en context. Maar ze werkt institutioneel, niet persoonlijk.

Van de jaren vijftig tot 1998 bewijst Luhmann met papieren kaartjes wat Bush droomde: verbindingen genereren emergentie. Maar hij werkt handmatig, alleen met ideeën.

Van 1998 tot 2007 legt Bell alles vast en faalt omdat vastleggen niet hetzelfde is als begrijpen.

In 2001 identificeert Allen het referentiesysteem als bottleneck maar beschrijft alleen opslaan en terugvinden, niet de hele keten.

In 2017 populariseert Ahrens de Zettelkasten en ontstaat de PKM-beweging, maar die blijft gefocust op ideeën, handmatig linken, actief onderhoud.

Nu bestaat de technologie eindelijk om te doen wat de voorgangers niet konden. Automatische capture van transacties, check-ins, gezondheidsdata. Ontologie die verbindingen laat ontstaan zonder handmatig werk. Interfaces die de juiste informatiemix in twee seconden kunnen leveren.

Buffon had gelijk. Bush had gelijk. Briet had gelijk. Luhmann had gelijk. Allen had gelijk.

Ze hadden alleen niet de middelen. En wij nu wel. Eindelijk.


Wat ik probeer toe te voegen aan wat er al was

Ik heb niets uitgevonden wat niet al bestond. Buffon zag de relaties. Bush droomde de machine. Briet herdefinieerde wat informatie is. Luhmann bewees de methode. Bell testte de technologie. Allen benoemde het probleem. Wat ik deed was ze samenvoegen tot iets wat geen van hen apart had: een amalgaam dat voor mij werkt. Of het voor anderen werkt, weet ik niet. Maar deze combinatie is nieuw.

Het amalgaam bestaat uit vijf elementen. Entiteiten in plaats van alleen ideeën: mensen, locaties, organisaties, gebeurtenissen, transacties, de hele werkelijkheid. Een ontologie die ik in twintig jaar ontwikkelde en in januari 2025 een vorm en taal gaf. Automatische capture van banktransacties, check-ins en gezondheidsdata. Informatieliquiditeit: niet alleen snel vinden, maar de hele keten van bevragen tot structureren tot delen, in een paar seconden van een vraag naar het antwoord op mijn klembord om snel te kunnen delen. En informatie zien als kapitaal op een bank waar je rente krijgt door te delen.


ThetaOS als een LLM - een Life Lens System

ThetaOS is mijn implementatie van wat Buffon 250 jaar geleden zag maar niet kon bouwen. Het is wat Bush droomde maar waar de technologie voor ontbrak. Het is wat Luhmann met papier deed, maar dan met entiteiten in plaats van alleen ideeën, en met automatische verbindingen in plaats van handmatig linken.

Wat begon met nadenken over hoe ik informatie wil ordenen, werd een systeem met 149 tabellen, vijftigduizend records en vijf apps om het allemaal bij me te hebben. Geïnspireerd op al het werk dat velen voor mij deden.

In een volgend stuk beschrijf ik de architectuur van ThetaOS en de manier waarop ik de datakwaliteit waarborg.


Ik schreef het met hulp van Claude Code voor research en structuur, en de tekst en ideeën zijn van mij.

Bronnen en verder lezen
Over Buffon, Linnaeus en het classificatiedebat:


Over Bush en de Memex:


Over Luhmann en de Zettelkasten:


Over Suzanne Briet:


Over Gordon Bell en MyLifeBits:


Over David Allen en GTD:


Over informatie als kapitaal:


Over mijn ontologie:



About Martijn Aslander

Technologie-filosoof | Auteur | Spreker | Verbinder | Oprichter van vele initiatieven

Momenteel vrolijk druk met Digitale Fitheid 

De leukste dingen die ik momenteel aan het doen ben: https://linktr.ee/martijnaslander en https://linktr.ee/digitalefitheid